Woensdag 8 juli
У нас есть паспорты! We zijn vanochtend wat eerder naar de universiteit vertrokken om de decaan eindelijk te kunnen spreken die ons mogelijk van de medische test kon verlossen, maar zij was weer eens in geen velden of wegen te bekennen. We werden wel meteen aangesproken door een andere vrouw die veel voor ons geregeld heeft met het heuglijke bericht dat onze paspoorten eindelijk terug zijn. Het minder goede nieuws was dat de bureaucratische achtbaan nog lang niet ten einde is. We moeten nog ergens een formulier aanvragen en stempels verzamelen van de docente, de universiteit en de общежитие, anders komen we het land nooit meer uit. Voor de les begon kwamen we plotseling toch nog oog in oog met de decaan te staan, wat niet per se een prettige ervaring was. Het was een kille vrouw die een beetje deed denken aan een Disneyheks. Ze vertelde ons dat we de medische test gewoon moeten doen (ondanks dat ze eerder mailde dat Nederlanders dat niet hoefden), einde mededeling.
De les was weer gewoon goed. David, de Amerikaanse man die er sinds maandag bij zit begint wel heel irritant te worden, omdat het gewoon onmogelijk is om hem te verstaan, hoe hard je je ook concentreert. Er zijn zelfs momenten dat het voor alle aanwezigen onduidelijk is of hij Russisch of Engels spreekt, zo zwaar is zijn accent. Toen we het over Nederland hadden, begonnen de Japanse meisjes plotseling over “Nijntje Pluis” te praten, wat door de perfecte uitspraak een heel aparte ervaring was. Ik heb al eerder geschreven over hoe oud het gebouw en het meubilair zijn en over het feit dat het licht in de gangen altijd uit is, maar er zijn ook momenten dat de deuren plotseling open of dicht gaan of dat het licht in het lokaal ineens aan gaat. Daarvoor heeft men een universiteitsspook verzonnen: Kasper. Kasper was behoorlijk actief vandaag.
Na de les zijn we WiFi gaan kopen. Robin was degene die afrekende; zijn paspoort werd weer eens uitgebreid gecontroleerd en hij kreeg weer een zooi papieren (met stempels) mee. Ik ben nog een stukje gaan hardlopen, nu eens de andere kant op, maar natuurlijk zag alles er daar precies hetzelfde uit.
Het Servische meisje dat sinds gisteren bij ons is heeft vandaag voor ons gekookt. Ze heet Зоритса (spreek uit: Zorietsa). Het gaat allemaal prima met haar erbij, enkel het betalen van de boodschappen is lastig en de ruimte aan de keukentafel is niet bepaald optimaal (daar passen eigenlijk drie mensen aan en we zitten er nu met z’n zessen). Ik word wel lichtelijk gestoord van al het Nederlands, Russisch en Engels dat ik op elk tijdstip van de dag door elkaar hoor. Op dit moment hoor ik in de keuken mensen een (vrij geslaagde, moet ik zeggen) imitatie van David doen. De arme man moet het elk uur wel een keer ontgelden. Vanavond gaan we niet veel meer doen, до свидания.