Vrijdag 24 juli
Vrijdag zat de klas plotseling helemaal vol. Waar normaal gesproken slechts een derde van de stoelen bezet is, werden we nu aan alle kanten omringd door Chinezen en Koreanen die bijna nooit komen opdagen. Ik moet wel zeggen dat de meeste stereotypen, in onze klas althans, waar zijn. De Japanners zijn ontzettend beleefd en de Chinezen maken constant onsmakelijke geluiden en lijken wat minder aandacht aan de persoonlijke hygiëne te besteden. En dan heb je nog Francesco, waarbij je, wanneer hij zijn mond opendoet, nooit helemaal zeker weet of hij Russisch spreekt of doodgaat. Maria sloot de les af met een oefening om onze щ, ш, ч en ж (de sisklanken) te oefenen. Op subtiele wijze maakte ze daarbij duidelijk dat, hoe perfect je grammatica ook is, Russen je nooit serieus zullen nemen als je niet op de juiste manier sist. En geloof me, dat is moeilijk.
Het was vrijdag eindelijk weer eens lekker weer, maar we hebben er niet veel van meegekregen omdat we de hele middag in de keuken hebben gestaan. ’s Avonds kregen we namelijk Japans bezoek. Ken, Risako en Moe kwamen nu bij ons eten en we schotelden ze een driegangendiner voor, bestaande uit groentesoep, wraps en een toetje met ijs, koek en appel. Tijdens het eten kwamen onze mede-klasgenoten ook ter sprake. Onze Japanse vrienden blijken een geheel eigen David-imitatie te hebben. We hebben even overwogen om maandag allemaal pratend als David op de universiteit te verschijnen, maar in verband met Maria’s hart zien we hier toch maar vanaf.
We eindigden de avond met zijn zessen om de keukentafel met het wilde plan om in het weekend naar Brest te gaan, een historische grensstad in het Zuidwesten. Toen we erachter kwamen dat de enige ochtendtrein om halfnegen vertrok, zijn we direct naar bed gegaan. De wekker zou om zeven uur gaan, even wennen.