Recent
Vandaag
21 November 2024

Zaterdag 25 juli

Zaterdagochtend vertrokken Lisanne, Robin, Emma, Zorica en ik om halfacht naar het station, Irma bleef het weekend in Minsk. Het was maar goed dat we redelijk op tijd waren weggegaan, want het zoeken van de juiste kassa en daarna de juiste coupé bleek nog een hele opgave. We kwamen verspreid over de trein terecht, enkel Emma, Lisanne en ik zaten in dezelfde coupé, maar niet bij elkaar. Het was een gigantische slaaptrein, zo een die ook van Moskou naar Vladivostok kan rijden met boven de banken een slaapplank en daarboven nog een slaapplank. Omdat het nog vrij vroeg in de ochtend was, maakten veel mensen van de slaapplaatsen gebruik. Het was heel druk in de trein – alle banken zaten vol en de hitte maakte dat ik na vijf minuten al snakte naar wat frisse lucht. De rit duurde vier uur. Wanneer je bedenkt dat de afstand tussen Minsk en Brest slechts 330 kilometer is, kun je je misschien voorstellen hoe tergend langzaam de trein reed – erg frustrerend. Daar tegenover stond wel dat de treinreis slechts drie euro kostte.

Langs het spoor was niet veel interessants te zien, de route van Minsk naar Brest is driehonderd kilometer bos met af en toe een dorpje of een verdwaalde tractor. Een hoogtepunt tijdens de reis was het moment dat de conducteur met het ouderwetse, onhandige bezempje dat ze hier overal hebben het gangpad schoon ging maken. Hij doopte de bezem in een emmer water en veegde halfslachtig de vloer, waarbij hij het stof van het midden van het gangpad naar de zijkanten verplaatste.

Schuin tegenover mij zat, toen ze van een slaapplank naar beneden was geklommen, een Wit-Russisch meisje dat na een uur of drie een gesprek met me aanknoopte in perfect Engels. Ze heette Яна (Jana) en was benieuwd wie ik was en wat ik in godsnaam in Wit-Rusland kwam doen. Zij studeert informatica in Minsk en gaat in het weekend naar haar ouders, die in de buurt van Brest wonen in een dorpje waarvan ik de naam niet goed verstond. Ze was heel geïnteresseerd in wat “wij Nederlanders” van Wit-Rusland denken, wat we van de Krim vinden en hoe we tegen Rusland aankijken na MH17. We hebben het ook gehad over de Wit-Russische bureaucratie en de administratie die overal zonder computers gebeurd.
“Zo ver zijn wij nog niet,” lachte ze, “maar we komen er wel.”
Vlak voordat ze uitstapte heeft ze me toegevoegd op Facebook, nadat ze me aangeraden had om Вконтакте aan te maken, de Russische Facebook. Het was heel leuk om met een Wit-Russisch meisje van mijn leeftijd gesproken te hebben, we zitten hier nu al bijna een maand en hebben mensen van over de hele wereld ontmoet, maar met de Wit-Russen zelf hebben we bijna geen contact.

Toen we bijna in Brest waren, gaf de conducteur ons onze kaartjes terug. Dat doet hij bij iedereen, zodat mensen weten waar ze moeten uitstappen. Het was inmiddels halfeen en bloedheet. We zijn meteen op zoek gegaan naar ons hotel, waar we drie kamers voor twee namen. Het hotel was verschrikkelijk oubollig, met vloerkleden en meubels die je in de woonkamer van je opa en oma niet eens meer ziet. Ook de liften waren zeer ouderwets. Ze kwamen zo ruw tot stilstand dat je er elke keer met de slappe lach uitkwam. Er was supersnelle WiFi in alle kamers én een tv met Wit-Russische en Russische zenders. Ik had de Russische Eurosport al snel gevonden.

We hebben ons in het hotel omgekleed en wat opgefrist. Daarna zijn we de stad ingegaan. Brest is klein, de stad heeft zo’n 300.000 inwoners. Er hangt een heel andere sfeer dan in Minsk, veel relaxter en vrolijker. Het centrum doet aan als een Zuid-Franse kuststad en ook de mensen zijn vriendelijker dan in Minsk. Uiteraard zijn er ook typische overblijfselen van de Sovjettijd, zoals het gigantische Leninplein, de brede wegen en de flats in de verte. Het was heel warm, 34 graden, wat het verschil met Minsk, waar het de afgelopen week vooral geregend had, extra benadrukte. Een ander verschil was dat we in Minsk niets merkten van de naderende presidentsverkiezingen, maar dat er in Brest volop campagne werd gevoerd. Zo stonden er twee jongens voor een bord van een oppositiepoliticus pogingen te doen om gesprekken met het winkelende publiek aan de knopen.

“Weet u al wie de nieuwe president wordt?!” vroeg een van hen aan de voorbijgangers.
“Ja, dat weet iedereen,” beet een passerende vrouw hem toe.

Ook de mensen van Loekasjenko waren van de partij. Zij deden echter niets. Ze zaten enkel achter een tafel en staarden voorbijgangers aan. Naast hen stonden een poster van Loekasjenko en een vlag van zijn partij. Weinig mensen besteedden aandacht aan hen.

We zijn op een terrasje gaan zitten om wat te drinken. Zorica en ik gingen bestellen, maar in een vlaag van complete verstandsverbijstering (waarschijnlijk door de hitte) begon ik Nederlands tegen Zorica te praten en Engels tegen de serveerster. Desalniettemin lukte het om de drankjes te bestellen en namen we weer op het terras plaats, waar we alsmaar belaagd werden door kleine kindjes met kaalgeschoren hoofden en bezeten gezichtsuitdrukkingen die ons vertelden dat God goed voor ons zou zijn als wij hen geld gaven. Op God kunnen we de komende tijd dus niet meer rekenen.

Hierna zijn we naar ons hotel gevlucht, waar ik nog net de laatste acht kilometer van Alpe d’Huez mee kon pikken. Na een uur genoten te hebben van de televisies en het werkende internet, zijn we een restaurant gaan zoeken. Dat is hier in Wit-Rusland steeds een hele toer. Een aardige oude man in het hotel legde ons uit hoe we bij een restaurant in het park konden komen, maar toen we na een paar kilometer niets geschikts vonden zijn we maar omgedraaid en weer naar de winkelstraat gelopen. Daar hebben we na een tijdje op en neer lopen gekozen voor een Italiaans restaurant, waar we als enigen binnen terechtkwamen omdat ze buiten geen tafels voor vijf hadden. In Wit-Russische restaurants is het binnen meestal heel ongezellig. Er is weinig aan de aankleding gedaan en overal hangen televisies (die aanstaan) aan de muren en klinkt er harde muziek. We hebben er best lekker gegeten, al waren de porties wat klein. Een man die in het restaurant werkte was heel geïnteresseerd in wie wij waren en heeft even met ons gepraat en ons tips voor Brest gegeven. Hij vond alles супер en хорошо. We probeerden hem een Nederlandse tongbreker te leren die we ook aan de Japanners geleerd hadden, maar uiteraard was dat te moeilijk. Hij vertelde dat ze die in het Russisch ook hebben, maar dat die meestal draaien om de sisklanken (die we vrijdag nog met Maria geoefend hebben). Die Russische zinnetjes zijn vooral bedoeld voor kleine kinderen, die ook nog moeite hebben met de щ, ш, ж en ч. Hij sprak duidelijk en met veel synoniemen tegen ons, waarbij hij het woord ребёнок verduidelijkte met de term “чуть-чуть человек.”

Daarna hebben we op straat nog een ijsje gekocht en zijn we naar de supermarkt gegaan voor drank en chips. Die hebben we ’s avonds laat op een van de hotelkamers opgegeten, terwijl het buiten donderde en bliksemde.

Station Brest

Station Brest

Hotelkamer

Hotelkamer

Leninplein (onze grote vriend zelf paste net niet op de foto)

Leninplein (onze grote vriend zelf paste net niet op de foto)

Centrum Brest

Centrum Brest

Campagneteam Loekasjenko

Campagneteam Loekasjenko

Ontvang blogski's via mail