Zondag 26 juli
We begonnen de zondagochtend met een ontbijt in het hotel. Ook de ontbijtzaal was een vreselijk lelijke, ouderwetse ruimte waar natuurlijk televisies aanstonden. Het ontbijt zelf was goed, er zaten in ieder geval geen gekke Russische dingen tussen. Na het eten en het afscheid van ons snelle internet zijn we naar het fort vertrokken, de grootste en enige toeristische attractie van Brest.
Het fort van Brest is een van de grootste Sovjetoorlogsmonumenten voor het Sovjetverzet tegen Operatie Barbarossa. De Duitsers verrasten de Russen op 22 juni 1941 volledig toen ze het fort aanvielen. In enkele uren waren de 10.000 Sovjettroepen omcirkeld door twee keer zoveel Duitsers met vliegtuigen en artillerie. Alle communicatielijnen waren afgesneden. De Duitsers dachten dat de inname van het fort slechts een formaliteit zou zijn, maar een week vechten en duizenden doden later lukte het ze pas. De soldaten van het Rode Leger en de burgers binnen de muren van het fort verzetten zich tot op het allerlaatste moment. Tijdens de laatste dagen maakten enkelen van hen inscripties in de muren, zoals “Wij zullen sterven, maar we verlaten het fort niet” en “Ik zal sterven maar ik zal me niet overgeven. Vaarwel moederland.” Na de Grote Patriottische Oorlog (WOII) werd Brest een symbool van Sovjetverzet.
In de buitenste fortificatie is bij de ingang een groot stenen monument met een uitgehakte Sovjetster gemaakt. Wanneer je er doorheen loopt klinkt er communistische muziek. Het fort zelf is heel groot, het heeft een doorsnede van zo’n twee kilometer. Toen we er doorheen wandelden kwamen we een hoop souvenirwinkeltjes tegen en een collectie tanks waar je mee op de foto kon. In de buurt daarvan zat ook een kraampje waar je even een uniform van het Rode Leger aan kon trekken. Veel ouders trokken hun kroost die uniformpjes aan, om hen daarna op de foto te zetten met een Sovjettank. Leuk dagje uit.
In het fort stonden hier er daar gigantische brokken steen waar soldaten uitgehakt waren. Er was ook een museum dat deed denken aan het oorlogsmuseum in Minsk, maar dan veel kleiner en met veel meer propaganda. Toen we dat museum uitkwamen, begon het hard te regenen en te waaien. We wilden schuilen in de kerk die in het midden van het fort stond, maar daar was net een bruiloft bezig. We zijn naar een café gevlucht en hebben daar veertig minuten in de rij gestaan voor matige koffie. Toen de ergste regen voorbij was, zijn we weer naar de uitgang gewandeld. We hebben even halt gehouden bij een winkeltje waar ze Sovjetshirts verkochten, sommige met Stalin erop en al, en enkelen van ons hebben een beschaafd SSSR-shirt gekocht.
Via een supermarkt zijn we teruggegaan naar het station. De treinreis terug kostte slechts twee euro. We kwamen in een “normale” trein terecht die al snel helemaal vol zat en benauwd was. Een ander nadeel was het feit dat wij in coupé zeven zaten, en er enkel een wc aan het eind van coupé elf was. De tocht daarheen en terug nam Lord of the Rings-achtige proporties aan, met creepy rokende mannen in de sowieso al enge tussenstukjes tussen de coupés en gestoorde dansende vrouwen tussen de koffers. Om van de wc maar niet te spreken.
Na vier uur kwamen we eindelijk in Minsk aan. We hebben pizza gegeten in ons vaste restaurant, ontbijt gekocht voor maandag en zijn naar de общежитие gegaan. Het was een enerverend weekend.
Meer foto’s van de afgelopen dagen volgen later, ons internet is te slecht om die te uploaden.