Recent
Vandaag
21 November 2024

Blogski #2 – De eerste dagen

Hierbij dan eindelijk mijn eerste bericht uit Rusland. Het heeft even geduurd, voornamelijk door gebrek aan tijd en totale uitputting.

Toen we zaterdag in Sint-Petersburg aankwamen, hebben we in groepjes taxi’s besteld en lieten we ons naar onze adressen rijden door chauffeurs die het begrip zwijgzaam naar een heel ander niveau tilden. Eenmaal aangekomen bij mijn adres werd mijn koffer uitgeladen en vroeg ik de taxichauffeur of hij enig idee had waar ik de ingang in dit grote grijze betonnen blok moest vinden. “Daar,” zei hij, vaag gebarend naar een kant van de flat. “Of misschien aan de achterkant. Kan allemaal.” En weg reed hij met een eveneens vertwijfelde Irma nog in de auto, mij in het donker achterlatend.

Ik liep met al mijn bagage een paar rondjes om het gebouw heen, maar had geen flauw idee waar ik naartoe moest, dus belde ik mijn gastvrouw Anna. Zij kwam meteen naar buiten met haar man Dimitri (misschien schrijf je trouwens Dmitri, dat moet ik nog eens vragen, stay tuned). Ze namen me mee naar hun ingang van de flat, die inderdaad aan de achterkant bleek te zitten, en introduceerden me tot de wondere wereld van de Russische sleutels. De grote metalen deur die toegang geeft tot de flat gaat open door een magnetische sleutel tegen een knopje te drukken. Na acht etages met de lift naar boven te zijn gegaan dient er eerst een soort tussendeur opengemaakt te worden met een lange dunne sleutel die je niet rechtsom, maar linksom moet draaien. Daarna kun je doorlopen naar de voordeur, waar eveneens drie stroeve sloten op zitten – zodoende loop ik hier met een vrij omvangrijke sleutelbos rond.

Bij het betreden van de woning werden me direct tapotsjki aangeboden, een soort pantoffels die iedereen hier binnenshuis draagt. Ik kreeg een korte tour door het voor Nederlandse begrippen kleine appartement en Anna was meteen bezorgd of ik het aquarium in mijn kamer teveel geluid vond maken (het maakt heel zachtjes een zoemend geluid dat je na een paar minuten niet eens meer hoort). Ze praatten deze eerste tien minuten zo veel tegen me en ik begreep er zo weinig van dat ik me met een mengeling van vertwijfeling en wanhoop afvroeg waar ik aan begonnen was.
Daarna werd er borsjtsj voor me opgewarmd en nog meer tegen me gepraat. Mijn antwoorden bestonden deze eerste avond voornamelijk uit “da,” “njet,” gestamel en “kunt u dat nog een keer herhalen?”. “Echte” Russen blijken voor ongetrainde Nederlandse oren toch een stuk moeilijker te verstaan te zijn dan docenten die expres zeer duidelijk articuleren. Wel moet ik er meteen bij vermelden dat Anna en Dimitri ontzettend aardig zijn en dingen meerdere keren (of met behulp van gebarentaal) uitleggen wanneer ik iets niet begrijp.

De eerste nacht heb ik weinig geslapen. Rusland kent een centraal verwarmingssysteem, wat inhoudt dat mensen thuis hun verwarming niet kunnen bedienen. De temperatuur wordt centraal geregeld – en die is hoog. Ook ’s nachts. Door deze hitte en doordat ik toch nog wel gespannen was lukte het me om een uur of vier pas om in slaap te vallen. De volgende ochtend gaf Dimitri me de tip om het raam open te zetten, alle Russen slapen blijkbaar met roodgloeiende verwarming en open ramen.

We hadden met de groep afgesproken om zondagmiddag te verzamelen op Moskovski Wokzal (“Het Moskouse Station”). Ik had uiteraard geen idee waar dat was of hoe ik er moest komen zonder een enkele roebel op zak, dus besloot Dimitri me een lange uitleg te geven over hoe de bussen werkten en welke lijnen ik moest hebben, geholpen door visualisaties van Jandeks, het Russische Google. Daarna namen ze me mee naar buiten om een rondje door de buurt te lopen, waarbij Dimitri bijna elk gebouw aanwees en er een verhaal over vertelde waar ik uiteraard de helft niet van begreep. Ze lieten me ook zien waar ik goed kon hardlopen: aan de oever van de Neva, waar we vlakbij wonen. “Daar op dat pad kun je een paar kilometer zonder onderbrekingen lopen, dat is prima te doen – als er geen sneeuw of ijs ligt” (je raadt nooit wat er hier elke dag op de grond ligt).

Bij een bushalte aangekomen leenden ze me hun buskaart en duwden ze me in de juiste bus. Ik had al begrepen dat je net zoals in Nederland bij het betreden van de bus moest inchecken, maar over uitchecken was ik niet zeker, dus hield ik mijn uitstappende medepassagiers bij elke halte nauwlettend in de gaten. Ik zag niemand uitchecken en besloot dat zelf ook niet te doen toen ik op goed geluk uitstapte bij een halte die er Moskovski Wokzal-erig uitzag. Ik was ruim een uur te vroeg en had dus genoeg tijd om roebels te pinnen en voor het eerst een stukje over de Nevski Prospekt te lopen, de hoofdstraat van Sint-Petersburg. De Nevski Prospekt is behoorlijk indrukwekkend, met imposante gebouwen aan beide kanten van de straat, allerlei soorten winkels en kerken en verkeer dat van alle kanten over de brede straat scheurt. De Nevski Prospekt was het antwoord van Peter de Grote op de Champs-Élysées en dat is te zien ook, al vind ik de Nevski een stuk kleurrijker en minder elitair.

Toen we om één uur verzameld hadden, begaven we ons naar een telecomwinkel om Russische simkaartjes te kopen. Dit was onze eerste kennismaking met de aangename Russische prijzen – we hebben 10 gig internet, 400 belminuten en 400 sms’jes gekocht voor €4,- per maand. Bedankt, Rusland. Daarna kochten we pasjes voor het openbaar vervoer. Dit was een zeer Russisch gebeuren, waarbij je op een “onbeperkt aantal ritjes voor een maand” klikte en vervolgens de tekst “gefeliciteerd, u heeft zeventig ritjes gekocht” te zien kreeg. We aten nog wat en daarna koos ik op hoop van zegen een bus die me naar huis zou moeten brengen en die gelukkig ook de juiste kant op bleek te rijden.

Maandagochtend liet Anna, die ook op het NIP werkt, me zien hoe ik op het NIP kom (stukje lopen, stukje met de bus, stukje lopen). De trottoirs zijn ’s ochtends zo’n ijsbaan dat de Russen zelf ook voorwaarts schuifelen en onderuitgaan – behalve natuurlijk die groep Russische vrouwen die immuun voor gladheid lijkt te zijn en op snel tempo op hoge hakken door de straten marcheert. Op het NIP werden we welkom geheten door de directeur en de andere medewerkers en kregen we onze eerste lessen. De docenten zijn hier allemaal ontzettend goed en vriendelijk. ’s Avonds heb ik met Irma en Tjad van de Russische keuken genoten in Mama na Datsja, een restaurant aan de Nevski dat goed en verschrikkelijk goedkoop bleek te zijn. Ik bestelde het gerecht “pan met kip” en kreeg precies wat me beloofd werd.

Deze eerste dagen gingen de gesprekken tussen de mensen in appartementen vaak over de overlast van de buren en die tussen de mensen in gastgezinnen over vragen als “gaan ze bij jou ook zo laat naar bed? koken ze ook nooit? staat de tv bij jullie ook aan tijdens het ontbijt? heb jij ook geen douchekop?” Ze hebben hier ook twee kranen in de keuken, een normale voor de afwas en een dun exemplaar voor drinkwater. Uit die dunne kraan kun je bovendien niet direct drinken, het water dat daaruit komt moet eerst nog op het fornuis gekookt worden en kan daarna pas afgekoeld in een waterfles. Dit is mij allemaal teveel werk, ik koop gewoon waterflessen in de supermarkt. Ik blijk daarnaast het enige gastgezin getroffen te hebben dat geen woord Engels spreekt en dat is in de eerste week behoorlijk lastig als er dingen uitgelegd moeten worden. Soms ben ik ook bang dat ze denken dat ik compleet achterlijk ben wanneer ze iets vertellen en ik vijf seconden nadenk of ik het begrijp en vervolgens moet vragen om een herhaling. Dit gaat elke dag wel een klein beetje beter, dus we komen er wel.

Uitzicht vanuit mijn slaapkamerraam

Uitzicht vanuit mijn slaapkamerraam.

Snel fotootje tijdens het wachten bij een zebrapad op de Nevski Prospekt.

Snel fotootje tijdens het wachten bij een zebrapad op de Nevski Prospekt.

Ontvang blogski's via mail