Blogski #6 – Dood en verderf
Dit is alweer mijn zesde blogski, dus wordt het wel eens tijd voor dood en verderf. En met een reden. Want hoewel het Russische volk over het algemeen een hardwerkend volk is dat niet klaagt over alle ontberingen die het moet doorstaan, is er één ding waar Russen volstrekt hysterisch over kunnen doen: ziektes.
Russen zien de ruimte buiten hun huis als één grote broedplaats van bacteriën waarmee het kleinste contact dodelijk kan zijn. Ze doen er alles aan om zich tegen deze duistere buitenwereld te beschermen en dat kan panische vormen aannemen. Bij thuiskomst worden de schoenen direct verwisseld voor tapotsjki en worden de handen grondig gewassen, zeker wanneer er gebruik is gemaakt van het openbaar vervoer. Zorg er daarnaast voor dat je niet gesnapt wordt terwijl je op je sokken door het huis loopt, daar schijn je ook van alles van te kunnen krijgen. Wanneer iemand hoest wordt er angstig een andere kant opgekeken en bij een griepje wordt er direct van alle kanten op aangedrongen om een dokter te bellen. Een week of twee geleden was er hier een griepgolf en liep iedereen in de stad met mondkapjes op alsof de apocalyps nabij was.
Ook kinderen moeten eraan geloven. Kleine kinderen van een jaar of drie worden zelfs bij een paar graden boven nul ingepakt als michelinmannetjes en lopen dan waggelend aan de hand van een ouder op de stoep, terwijl ze voortdurend hun evenwicht verliezen, omvallen en weer overeind getrokken worden. Dat is overigens iets wat me ook opvalt hier in Rusland: kleine kinderen blijven gewoon liggen als ze op de grond vallen. Ze hebben zulke dikke pakjes aan dat ze zelf niet overeind kunnen komen en uiteindelijk komt er toch wel een keer een volwassene die ze weer op hun benen zet. Er zijn weinig dingen Russischer dan de berustende houding van al die bezweken kindjes in de sneeuw. Volgens onze docent spreekvaardigheid is dit apathische echter iets typisch Petersburgs. Ze vroeg ons of het ons was opgevallen dat Petersburgers allemaal zeer sloom en onverschillig door het leven gingen. Toen wij elkaar vertwijfeld aankeken en niet reageerden, verzekerde ze ons dat het ons zou opvallen wanneer we in Moskou waren. Daar schijnen de mensen namelijk een stuk energieker en levenslustiger te zijn. Het apathische van de Petersburgers kan volgens haar verklaard worden doordat er hier zeer weinig joda in het water zit.
Deze massahysterie beperkt zich uiteraard niet tot mensen. Ook huisdieren worden beschermd tegen de kwaden van Moeder Natuur. Het is hier een zeldzaamheid om een hond zonder t-shirt tegen te komen en ook van honden met schoenen aan kijk ik niet meer op. Je moet natuurlijk niet hebben dat Boris het Vuil Des Doods mee het huis in neemt. Er zijn ook veel Russen die het in de winter gewoon te koud vinden voor hun hond en het beestje de hele dag in hun veilige huis houden.
Dan is er nog de aanhoudende druk om een hoofddeksel op te zetten. Al is het +3°C, Russen zullen je altijd bezorgd vragen waar je muts is als je zonder iets op je hoofd de deur uitstapt. Een paar dagen geleden stond ik ’s avonds bij een bushalte te wachten en werd ik aangesproken door een voorbij schuifelende baboesjka. Mijn eerste reflex was direct “Sorry, ik versta u niet, ik spreek niet zo goed Russisch,” te zeggen, maar voordat ik deze woorden kon uitspreken realiseerde ik me dat ik haar gewoon verstond.
“Meisje, waarom draag je geen muts, het is zo koud!”
“Ik kom uit een ander land, ik ben het niet gewend om een muts te dragen,” antwoordde ik.
“Je hebt hele mooie haren, meisje, maar je moet echt iets op je hoofd zetten, anders vat je kou,” wees ze me terecht. Om haar een plezier te doen, zette ik mijn capuchon op. Ze lachte naar me, zei “goed zo!” en herhaalde dat ik echt hele mooie haren had. Toen schuifelde ze met haar grote boodschappentas verder over het spekgladde trottoir. Toen de bus vijf minuten later kwam haalden we haar driehonderd meter verderop in.
Vorige week zondag was ik in de stemming om een kerkhof te bezoeken. Bij het Alexander Nevskiplein zit een kerkhofje verscholen waar een aantal wereldberoemde Russische kunstenaars en wetenschappers begraven liggen. Zoals alle Russisch-Orthodoxe begraafplaatsen is dit een prachtige plaats met grafmonumenten die de overledene in karakteristieke houding uitbeelden (lezend, rokend, viool spelend) of een belangrijk object in zijn of haar leven voorstellen. Tussen de graven groeien er bomen en struiken en vooral in de zomer zijn deze kerkhoven schitterende plaatsen om een wandelingetje te maken. Helaas was het nu winter en lag er een laagje sneeuw die ik van sommige grafmonumenten af moest vegen om de teksten te kunnen lezen. Ik was vooral gecharmeerd van de graven van de componisten Borodin en Tsjaikovski en heb eventjes gezeten op een bankje voor het graf van Fjodor Dostojevski, waar verse bloemen en een pakje sigaretten bij lagen – Dostojevski was een kettingroker. Ook Rubinstein, Lomonosov en vele anderen liggen hier begraven.
Daarna pakte ik de metro naar het centrum-centrum. Er wordt hier onderscheid gemaakt tussen buiten het centrum (waar ik woon), centrum (alles binnen de Neva) en centrum-centrum (de Nevski Prospekt en de straten die daar rondom liggen). Ik begaf me naar de Kerk van de Verlosser op het Bloed, een kerk die je ongetwijfeld kent, aangezien hij op elke foto van Sint-Petersburg staat. De kerk is met zijn kleurrijke verschijning en kenmerkende koepels een populair plekje voor toeristen die hun ultieme vakantieselfie willen maken. Hij is gebouwd op de plaats waar tsaar Alexander II op 13 maart 1881 dodelijk gewond raakte bij een bomaanslag.
Alexander II staat bekend als “bevrijder van Rusland,” omdat hij de lijfeigenschap van de boeren afschafte. Hij was een hervormer die de rechtspraak verbeterde, de censuur verlichtte en grote veranderingen in het onderwijs doorvoerde. Tijdens zijn regeerperiode van 1855 tot 1881 veranderde hij Rusland geleidelijk van een politiestaat in een rechtsstaat naar Europees model. Alexander kreeg ook tegenstand te verduren, die vooral ten uiting kwam in een niet-aflatende stroom van aanslagen op zijn leven. Deze aanslagen waren het werk van leden van Narodnaja Volja (Wil van het Volk), een terroristische organisatie die Rusland van het ene op het andere moment wilde moderniseren en geen compromissen duldde. Narodnaja Volja wilde algemeen kiesrecht, absolute vrijheid van meningsuiting en afschaffing van de censuur. Alexander mocht dan wel de grootste hervormer sinds Peter de Grote zijn, volgens hen stond hij vernieuwing in de weg en daarom moest hij dood. Na zes mislukte moordaanslagen rijdt Alexander op zondag 13 maart 1881 in zijn koets door de straten van Petersburg. Langs de kant van de weg staat de jonge Russische revolutionair Nikolaj Risokov. Hij gooit een bom die de koets mist, maar een van de kozakken raakt die de tsaar vergezellen. De geschrokken Alexander klimt uit zijn koets om te kijken hoe het met de gewonde kozak gaat, waarop een tweede revolutionair, Ignati Grinevitski, zijn kans grijpt. Hij gooit een bom naar de tsaar die hen beiden verwondt. Alexander is er slecht aan toe en wordt in allerijl naar zijn Winterpaleis gebracht. Alle hulp is echter te laat. De zwaargewonde tsaar bloedt nog diezelfde dag dood. Ook Grinevitski sterft die dag.
Enkele uren voor zijn dood tekende Alexander II een manifest dat de censuur zou versoepelen en het land democratischer zou maken. Ironisch genoeg wilde zijn zoon Alexander III hier na de moord op zijn vader niets meer van weten. Hij verscheurde het document en drukte alle vragen om hervormingen de kop in. Hij regeerde met dezelfde strakke hand als zijn grootvader en van vernieuwingen naar Europees model was geen sprake meer. Zijn opvolger Nicolaas II volgde diezelfde lijn toen hij in 1894 aan de macht kwam. Vanaf 1881 werd de wil van het volk volledig genegeerd en bespoedigden de Romanovs hun eigen ondergang. In 1917 wierpen de bolsjewieken de tsaar omver en werd het land in zeventig jaar Sovjetellende gestort – iets waar Risokov en Grinevitski van gegruwd zouden hebben en wat wellicht niet gebeurd zou zijn wanneer zij hun bommen niet naar Alexander gegooid hadden.
Goed, ik dwaal af. De kerk. Na de moord op Alexander II schreef Alexander III een wedstrijd uit voor het ontwerpen van een passend gedenkteken voor zijn vader. Het winnende ontwerp was de Kerk van de Verlosser op het Bloed. In 1883 werd met de bouw begonnen en in 1907 was hij klaar – in honderd jaar verandert er weinig aan het tempo van Russische bouwprojecten. Ik ben geen groot liefhebber van kerken, maar dit is zonder twijfel de mooiste kerk die ik ooit gezien heb. Bij het betreden van de kerk word je direct overweldigd door een uitbarsting van kleur, overal waar je kijkt. Het plafond en de wanden zijn volledig bedekt met kleurrijk mozaïekwerk dat schitterend belicht wordt door het licht dat door de koepels naar binnen valt. Op de exacte plaats waar Alexander dodelijk gewond raakte staat een gedenkteken voor de gevallen tsaar. Wanneer je in Sint-Petersburg bent, al is het maar voor een paar uur, moet je deze kerk zeker bekijken. Hij staat ook nog eens in een zijstraatje van de Nevski, dus excuses zijn er niet.