Recent
Vandaag
21 November 2024

Blogski #7 – Jekaterinenburg

Vanwege Internationale Vrouwendag op 8 maart, die in Rusland een nationale feestdag is, telt ons weekend wederom vijf dagen. Om iets meer van Rusland te zien dan alleen Petersburg, Moskou en de steden daar tussenin, besloot ongeveer de helft van onze groep om dit weekend naar Jekaterinenburg af te reizen.

Jekaterinenburg is de hoofdstad van de Oeral en is officieel in Azië gelegen, maar noemt zichzelf een Europese stad omdat dat marketingtechnisch wat beter overkomt. Om deze reden heeft de stad dan ook zelf twee kilometer ten oosten van de stad een intercontinentaal grensmonument uit de grond gestampt. Dit blijft natuurlijk Rusland en geschiedenis en aardrijkskunde zijn hier zaken die naar believen aangepast kunnen worden. Jekaterinenburg is door Catharina de Grote Ruslands “venster op Azië” gemaakt, zoals Sint-Petersburg Peter de Grote’s “venster op Europa” was. Het is een industriestad die ten tijde van de Sovjet-Unie werd omgedoopt tot Sverdlovsk, een naam die de Russische spoorwegen overigens nog steeds hanteren, omdat het voor de Russische bureaucratie veel te ingewikkeld is om dat soort dingen binnen vijfentwintig jaar te veranderen. In de Sovjettijd was Sverdlovsk daarnaast een zogenaamde gesloten stad waar buitenlanders niet mochten komen. Chroesjtsjov heeft ooit voorgesteld om de hoofdstad van Rusland naar Sverdlovsk te verplaatsen, omdat het veel centraler gelegen is dan Moskou en Sint-Petersburg. De stad is echter vooral bekend vanwege twee belangrijke figuren die hier gestorven dan wel geboren zijn: tsaar Nicolaas II en drankorgel Boris Jeltsin. De laatste tsaar werd na de staatsgreep van de bolsjewieken naar Jekaterinenburg verbannen en is hier met zijn gezin uiteindelijk ook vermoord. Jeltsin is hier geboren en heeft in deze stad zijn eerste stappen in de politiek gezet. De belangrijkste bezienswaardigheden in de stad hebben dan ook met deze twee mannen te maken.

Donderdagavond om een uur of negen Jekaterinenburgse tijd (dit is weer een andere tijdzone dan Sint-Petersburg, het is hier vier uur “eerder” dan in Nederland) landden Irma, Emma, Madeleine en ik op het vliegveld iets buiten de stad – zaterdag komen ook Mark en Nicky aan. We lieten ons naar het centrum rijden door een erg vriendelijke taxichauffeur die na een minuut of tien beleefd zwijgen vroeg of we Duitsers waren en vervolgens opgetogen reageerde op de ontdekking dat we uit Nederland kwamen – hij had nog nooit Nederlanders in zijn auto gehad. Wel Spanjaarden, Duitsers, Italianen, Amerikanen (er volgde een lange rij nationaliteiten waar ik het merendeel niet van heb onthouden), maar nog nooit mensen uit het verre Holland. Hij vroeg iets over wat we studeerden en wat we in godsnaam in de Oeral kwamen doen en begon toen enthousiast te vertellen over enkele historische gebeurtenissen in de stad en over de monumenten en musea die we echt gezien moesten hebben. Hij sprak langzaam en articuleerde duidelijk. Toen ik in een van mijn antwoorden een grammaticale blunder beging en mezelf meteen corrigeerde, antwoordde hij glimlachend dat hij me echt wel begrepen had.

In ons hotel aangekomen was ook het meisje bij de receptie een stuk vriendelijker dan de gemiddelde Petersburger. Ook zij sprak expres wat langzamer voor ons en glimlachte warempel – een zeldzaamheid in het noorden van Rusland. Ons hotel zit aan de hoofdstraat van Jekaterinenburg, die uiteraard de Prospekt Lenina heet.

De volgende ochtend konden we direct genieten van het karakteristieke Russische ontbijt, compleet met gigantische televisie in de ontbijtzaal die zo hard stond dat het moeilijk was om je gesprekspartner te horen boven het rustgevende geluid van Russische straaljagers boven Syrië op het ochtendjournaal. Mijn ontbijt bestond uit aardappelen, blini, een of andere vis, worstjes en nog enkele andere dingen die ik niet kon identificeren. De etenswaren die er het meest Russisch uitzagen hebben we maar laten staan. Daarna vertrokken we naar het splinternieuwe Jeltsinmuseum, dat afgelopen november geopend is door Jeltsins opvolgers Poetin, Medvedev en Poetin.

Het Jeltsinmuseum is een van de leukste musea waar ik ooit ben geweest. Het museum geeft uiteraard absoluut geen objectief beeld van Ruslands eerste president, maar de hele reis door Jeltsins leven die je als bezoeker maakt is schitterend in elkaar gezet. Het museum, dat overigens slechts een euro entree kost, begint met een prachtig animatiefilmpje dat de geschiedenis van Rusland van Nevski tot Jeltsin weergeeft. Het filmpje eindigt uiteindelijk via Gorbatsjov die op een sloopmachine de Sovjet-Unie uit elkaar slaat met Jeltsin die voor een rij tanks van de communisten gaat staan, het volk beschermend. Vervolgens word je naar de volgende ruimte geleid, waar de gehele Sovjetgeschiedenis voor je is uitgestald in vitrinekasten, foto’s en video’s. Er zijn zoveel medailles, propagandaposters, dagboeken en voedselbonnen te zien dat je niet weet waar je moet kijken. Vanaf het jaar dat Jeltsin geboren werd zijn deze artefacten daarnaast doorspekt met eerst babyschoentjes, dan schooldiploma’s en vervolgens brieven van de jonge Jeltsin. Nadat je Sovjetgeschiedenis weer helemaal opgefrist is mag je een verdieping naar boven lopen, waar het verhaal van Jeltsin vanaf het moment dat hij Gorbatsjov ging irriteren verteld wordt.

Dit wordt wederom gedaan met foto’s, video’s en persoonlijke spulletjes van Jeltsin, die zijn neergelegd in ruimtes die op chronologische volgorde komen en allemaal een thema hebben. Zo is er de zwakke gezondheids-ruimte, waar een laser een haperende hartslag op de muur tekent, een #yeltsin1996-ruimte met verkiezingsspotjes en campagneposters en een premiers-ruimte, waar alle premiers die Jeltsin versleten heeft aan de muur hangen, eindigend met ene Vladimir Poetin. Het deel van het museum dat over de Augustuscoup gaat begint in een doorsnee Sovjethuiskamer waar de telefoon rinkelt en het journaal van 19 augustus 1991 opstaat. Wanneer je door een van de deuren in de kamer naar buiten loopt, kom je terecht in een ruimte waar ze de puinhoop op het Rode Plein van augustus 1991 hebben nagemaakt en waar levensgrote beelden van Jeltsin op de tank op de achtergrond worden getoond. Enkele kamers verder hangt ook de originele Russische vlag die op 25 november 1991 voor het eerst boven het Kremlin gehesen werd, wat een gigantische lap stof van een meter of zes breed blijkt te zijn. In de nagemaakte schoolbus waarin Jeltsin als jongen elke dag naar school ging wordt een filmpje vertoond over hoe slim en ondeugend Boris als kind al was. Ik herkende dit busje van een magnifieke foto die Poetin, Medvedev, Ivanov en de weduwe van Jeltsin hier in november van zichzelf hadden laten maken en kon het niet laten mezelf ook in dit busje te laten vereeuwigen.

Er is in het museum ongeveer net zoveel personeel als dat er bezoekers zijn. Deze mensen nemen hun taak zeer serieus en begeleiden je van kamer naar kamer, af en toe wat uitleg gevend en direct ingrijpend wanneer je niet lijkt te weten waar je naartoe moet. In de ruimte waar Jeltsins grondwet wordt opgehemeld, word je daarnaast met klem verzocht om vooral één van de kleine ingebonden exemplaren mee te nemen, want “dit is een zeer belangrijk document voor elke inwoner van de Russische Federatie.” Vond ik wel wat hebben, de grondwet als souvenir meekrijgen. Dat Jeltsins grondwet de president ondemocratisch grote bevoegdheden gaf en zo de zwaai naar autoritarisme van zijn opvolger mogelijk maakte wordt er niet bij vermeld. Ook in het deel van het museum dat gewijd is aan de economische crisis van 1998 wordt benadrukt hoezeer Jeltsin voorgelogen werd door zijn onderdanen en de schuld van de crisis manmoedig op zich nam. In andere ruimtes wordt hij opgehemeld in wonderlijk door elkaar gemonteerde interviews met de Wit-Russische dictator Aleksandr Loekasjenko en de vorig jaar vermoorde liberaal Boris Nemtsov. Over alcohol wordt met geen woord gerept. Bij de uitgang van het museum hangen de namen van de donoren aan de muur. Het Jeltsinmuseum is mogelijk gemaakt door – verrassing – lieden als Poetin, Medvedev, Abramovitsj en Prochorov.

Met de grondwet in onze tassen vertrokken we weer voor een wandeling door de stad. Jekaterinenburg is een miljoenenstad, maar het is een verschil van dag en nacht met Sint-Petersburg, zowel qua schoonheid en architectuur als qua drukte. Je voelt bij iedere stap heel duidelijk dat je in een provinciestad rondloopt. Typisch is ook het feit dat het openbaar vervoer hier 26 roebel per ritje kost, waardoor je dus ofwel een handvol roebels aan de conductrice moet overhandigen, ofwel drie muntjes van 10 roebel geeft en een paar waardeloze muntjes terugkrijgt. In Sint-Petersburg duurt betalen in de bussen al lang en daar kost het 30 roebel. Een hoogtepunt van deze wandeling was het levensgrote standbeeld van een kaasrasp dat we tegenkwamen. Wat en waarom wist niemand, maar dat is Rusland.

Net zoals Petersburg heeft ook Jekaterinenburg een eigen Kerk van de Verlosser op het Bloed. In Petersburg is deze kerk gebouwd op de plaats waar Alexander II dodelijk gewond raakte bij een bomaanslag, in Jekaterinenburg op de plaats waar de laatste tsaar Nicolaas II met zijn gezin door de bolsjewieken is geëxecuteerd. De kerk is gratis te bezoeken, maar je moet je wel een weg banen door de hevig kruisjes slaande Russen bij elk heilig relikwie en schilderij van de Romanovs. Zoals altijd liep ik zonder na te denken naar binnen en herinnerde het geagiteerde gesis “Marit!” van de rest me eraan dat ik mijn hoofd moest bedekken.

Na het eren van Nicolaas, Alexandra en hun vijf kindertjes besloten we het “Museum van de Heilige Tsarenfamilie” tegenover de kerk te bezoeken. Daar werden we ontvangen door een ontzettend lief vrouwtje met een rode muts dat niets liever wilde dan ons een tour geven door het museum. Ze stuurde ons naar de garderobe, waar we onze schoenen moesten omwisselen voor tapotsjki met hoesjes om onze sokken, wat één groot genot was, aangezien die hoesjes niet ademden en zo glad en nat waren dat we doorlopend uit onze tapotsjki gleden, om nog maar niet te spreken van de geur. Onze gids leek dolblij met vier geïnteresseerde studenten en leidde ons rond langs kamers vol foto’s en objecten die te maken hadden met de Romanovs. Ze sprak langzaam voor ons en genoot er zichtbaar van om haar verhaal over haar geliefde tsarenfamilie aan buitenlanders te doen. Ze vertelde ons ook dat ze ontzettend veel van Nicolaas II en zijn gezin hield, dat het zulke vriendelijke mensen waren en dat de tsaar altijd zo goed was geweest voor het Russische volk. “Mijn vader was communist,” vertrouwde ze ons toe. “Voor hem bestonden de Romanovs niet. Maar dat doet er niet toe, hij is nu dood.” Ze vertelde ook dat haar opa in de kerk had gewerkt, wat ten tijde van de Sovjet-Unie natuurlijk verboden was. “Mijn vader heeft me dat nooit verteld. Ik heb het pas jaren na het overlijden van mijn opa via via gehoord.” Met bijna heilige aanbidding toonde ze ons een deel van een sjaal die ooit van Olga Romanova geweest was, de oudste dochter van Nicolaas.

Midden in haar verhaal kwamen er een paar mannen met baarden en jurken binnen, die ongetwijfeld een of andere functie in de kerk hadden. Onze hartelijke gids begon direct een beetje te stotteren, boog een paar keer voor de mannen en nam ons toen snel mee naar een andere ruimte, om terug naar de vorige kamer te gaan op het moment dat de geestelijken verdwenen waren. Terwijl ze over de verschillende leden van de tsarenfamilie sprak, gebaarde ze voortdurend naar hun foto’s, opdat wij wel goed in ons hoofd hadden over welke dochter van Nicolaas ze het nu had. Toen ze aankwam bij de moord op de familie had ze het zichtbaar moeilijk. Met een brok in haar keel en lange pauzes tussen haar zinnen vertelde ze over het gruwelijke lot van Nicolaas, Alexandra, hun vier keurige dochters en de tsarevitsj Aleksej. “Hij was pas veertien…” bracht ze uit.

“En zo eindigt het verhaal van onze grote tsarenfamilie. Zoals jullie weten kregen de communisten het hierna voor het zeggen en werd het verboden om over de Romanovs te spreken. Sinds de val van de Sovjet-Unie zijn ze gelukkig weer in ere hersteld en zelfs heilig verklaard.” Het deed haar zichtbaar goed. Ze wilde ons het genot van een fotosessie met het portret van Nicolaas II niet ontzeggen en zette ons uitgebreid met de tsaar op de foto, en daarna met een wandschildering, en nog een wandschildering, en nog een. Na deze uitgebreide fotoshoot liet ze ons nog een ander deel van de kerk zien en toonde ze ons de piano waar de dochters van de tsaar op gespeeld hadden. Ze ging zelfs nog even op zoek naar een collega die goed piano kon spelen om ons een privéconcert te geven, maar deze mevrouw was er helaas niet. Ze verontschuldigde zich, daarna wenste ze ons het beste en gaf ze ons een advies dat uit de grond van haar hart kwam. “Ik hoop dat jullie alle vier heel gelukkig worden in het leven, met één man” – ze keek ons een voor een doordringend aan – “en héél veel kindertjes.” Met haar armen visualiseerde ze de stoet kinderen die wij moesten produceren. Beleefd beloofden we haar dat en namen we afscheid.

Jekaterinenburg

Jekaterinenburg

rtfgh

index

67tyfug

Poetin, de weduwe van Jeltsin, Ivanov en Medvedev in de schoolbus van Jeltsin

Poetin, de weduwe van Jeltsin, Ivanov en Medvedev in de schoolbus van Jeltsin

... en ik

… en ik

Handschrift van Boris

Handschrift van Boris

68yug

De Kaasschaaf

De Kaasrasp

Kerk van de Verlosser op het Bloed, Jekaterinenburg-edition

Kerk van de Verlosser op het Bloed, Jekaterinenburg-edition

De Heilige Tsarenfamilie

De Heilige Tsarenfamilie

Ugh

Ugh

jgh

Ontvang blogski's via mail