Odessa
Zoals Catharina de Grote vond dat het niet kon ontbreken in haar rijk, zo vond ik dat Odessa niet kon ontbreken in een verblijf van een paar maanden in Oekraïne. Gelukkig was ik niet de enige met die mening: een paar weken geleden spraken we met een groep van zeven stagiairs en ambassademedewerkers van verschillende EU-ambassades af om half augustus de ‘Parel aan de Zwarte Zee’ een weekendje te bezoeken – zoals tegenwoordig iedere stad die er toe wil doen heeft ook Odessa zichzelf enkele theatrale bijnamen gegeven.
Op vrijdagmiddag spraken we af op het station van Kiev, dat overigens Passagierski heet, waar ik niets aan kan doen maar wat ik wel het vermelden waard vind. Het kost Oekraïense treinen zeven uur om de afstand van 450 kilometer van Kiev naar Odessa te overbruggen, maar het is me inmiddels duidelijk dat dingen in dit deel van de wereld anders werken dus ik stel me maar geen vragen meer. De trein zelf was overigens een stuk moderner dan alle voertuigen waar ik in Rusland en Wit-Rusland mee gereisd heb, maar de vieze toiletten en huilende kinderen waren gelukkig wel van de partij.
Bij aankomst in Odessa om halftwaalf ’s avonds heb ik vier taxichauffeurs aan de lijn gehad voor we er eentje konden vinden die een busje had met plaats voor zeven man en bagage – een strijd die het hele weekend zou voortduren. Toen we ons appartement binnenkwamen stond ons uiteraard een onaangename verrassing te wachten (je bent immers in Oekraïne): er waren geen zeven bedden, zoals op internet stond aangegeven, maar één tweepersoonsbed en vijf kleine, harde banken zonder kussens. Maar, zo attendeerde de eigenaar ons erop, er was wel een jacuzzi in de badkamer, dus wat was het probleem? We maakten een kleine wandeling door het centrum en gingen toen naar “bed.”
Zaterdagochtend en middag bekeken we het centrum van de stad en de bekendste bezienswaardigheden. Zoals Peter de Grote met Petersburg liet Catharina de Grote Odessa bouwen naar voorbeeld van verschillende Europese steden en met het doel een nieuw “raam op Europa” te worden voor Rusland. West-Europese architecten en kunstenaars werden aangetrokken en herenhuizen werden opgetrokken. Al snel groeide Odessa uit tot de derde stad van tsaristisch Rusland. De stad is al eeuwen een cultureel centrum met theaters, joodse bankiers en schrijvers als Brodski, Poesjkin, Babel en Twain onder haar fans. Toch hangt ook in Odessa het heerlijke licht maffiose sfeertje dat je in zoveel Zuid-Europese steden vindt.
Uiteraard beklommen we de Potjomkintrappen, in 1925 onsterfelijk gemaakt door Eisenstein in de beroemde scène van zijn film Pantserkruiser Potjomkin waarin het tsaristische leger in 1905 achter een horde opstandelingen aan de trappen afmarcheert en een bloedbad aanricht onder de bevolking. Waargebeurd, maar erg gedramatiseerd en voorzien van een Sovjetsausje. Je moet er van houden. Hierna bezochten we het beroemde standbeeld van Catharina de Grote en (enkele van) haar mannen. Dit standbeeld is in 1920 weggehaald door de Sovjets die alles wat met de Romanovs te maken had uit het straatbeeld probeerden te verwijderen en in 2008 weer teruggezet door de Oekraïners die zich (in dit deel van het land) minder aanstellen. We hebben zo’n tien minuten moeten wachten voor we zelf foto’s konden maken, eerst was het de beurt aan een lange stoet vrouwen en meisjes die op zeer professionele wijze bij het standbeeld poseerden. Het is sowieso fascinerend om te zien hoe moeders hun zesjarige dochters hier als bezetenen coachen en leren om de houding van een fotomodel aan te nemen. Je ziet het overal: op straat, in musea, op het strand. Deze fotosessies zijn een zeer serieuze zaak en kunnen makkelijk twintig minuten in beslag nemen. Jong geleerd, oud gedaan.
We kwamen ook een monument tegen dat Odessieten snel in elkaar hadden gezet voor de operazanger die vorige maand in de Donbass is omgekomen. Het was een vrij simpel, houten monument in de vorm van een gigantische piano met enkele van zijn teksten en een afbeelding van de zanger, maar aan de hoeveelheid rozen voor het gedenkteken bleek dat het erg gewaardeerd werd. Ook viel het me op hoe nationalistisch Odessa, dat vaak als pro-Russisch wordt gezien, toch nog was. Op bouwplaatsen hingen doeken met “Odessa is Oekraïne” en bij de vele concertjes ’s avonds werd met Oekraïense vlaggen gezwaaid. Dit kan echter wel een vertekend beeld zijn, zoals iemand me later zei, omdat het deel van de bevolking dat meer met Rusland heeft dat waarschijnlijk niet zo openlijk durft te tonen.
Aan het eind van de middag begaven we ons naar het strand, want dat schijnt te moeten als je naar Odessa gaat. Het was er verschrikkelijk druk en het kostte wat tijd om een plekje te vinden, maar de duik in de Zwarte Zee was het zeker waard. Op het strand besprak ik met de stagiaire van de Franse ambassade, die net een jaar in Rusland heeft gestudeerd, de verschillen tussen Rusland en Oekraïne en al snel kwamen we op de vele belachelijke manieren waarop je in Rusland om het leven kunt komen. De losse putdeksels waar je in kunt vallen, de ijspegels die je kunnen onthoofden en natuurlijk het verkeer. “Ik ben in zoveel situaties terechtgekomen waar ik echt even bang was dat mijn laatste uur geslagen had, maar elke keer dacht ik: nee, dit is te idioot, dit kan mijn lot niet zijn,” vertelde ze na een verhaal over een rit in een busje naar Nizjni Novgorod met een stomdronken chauffeur en twee missende autodeuren. Dit deed mij denken aan die keer dat ik met een vriend op een bevroren meertje in Tsarskoje Selo stond, wat toch niet zo heel bevroren bleek en plotseling overal begon te kraken. En die legendarische taxirit in de sneeuwstorm in Jekaterinenburg natuurlijk. En die dag dat Rob en ik door een wilde hond werden opgejaagd in de middle of nowhere zo’n 50 kilometer ten zuiden van Petersburg. Maar hierom houden wij van Rusland.
Iets anders wat me positief is opgevallen aan Odessa waren de taxichauffeurs. Ze waren allemaal ongewoon vriendelijk en geïnteresseerd. Een van mijn favorieten was de oude man die bij het horen van zoveel verschillende talen verbaasd “Wat is dit voor Internationale?!” uitriep. Een andere keer werden we opgehaald door een van oorsprong Armeense chauffeur. De Franse stagiaire zat voorin en ze hadden precies vijftien seconden nodig om het gespreksonderwerp op Charles Aznavour te brengen. Soms kan het leven zo voorspelbaar zijn. Odessa was eigenlijk precies zoals ik verwachtte: rumoerig, mooi en lommerrijk aan de ene kant, en een klein beetje vergane glorie aan de andere kant. Maar misschien is vergane glorie wel de mooiste vorm van glorie.