Recent
Vandaag
21 November 2024

Mijn jaar in 30 tweets

Na het lezen van Arnold Karskens’ epische jaaroverzicht (klikken! goud) vond ik dat ik de jaarwisseling ook best kon aangrijpen om nog even onbeschaamd over mezelf te praten. In tegenstelling tot de rest van de wereld was 2016 voor mij namelijk best een unaniem belachelijk groot succes. Aangezien je dit soort blogposts altijd in een ludieke vorm moet gieten heb ik besloten om een aantal dingen waar ik het nog even over wil hebben te bespreken aan de hand van 30 tweets, wat in feite natuurlijk gewoon verkapte Twitterpropaganda is, maar dat vergeven jullie me, anders had je toch niet op deze link geklikt.

Ik ben er in 2016 overigens voor het eerst in geslaagd om een behoorlijk aantal mensen aan het Twitteren te krijgen, misschien wel de prestatie waar ik het meest trots op ben. Het heeft me goed gedaan om te zien hoe Twitter zich het afgelopen jaar heeft ontwikkeld van een soort permanente vrijdagmiddagborrel tot een platform voor debat en discussie met ‘draadjes’ en parodie-accounts die satire steeds meer combineren met maatschappijkritiek. Je moet even door het fake news en de doodsbedreigingen heen lezen, maar dan is Twitter een bijna onmisbaar instrument voor de moderne mens. 2016 was ook het jaar dat Twitter overspoeld werd door trollen, waarvan je nu trouwens realtime kunt volgen hoe ze hun pro-Trump-accounts ombouwen tot anti-Merkel-accounts. Ik kreeg er vanaf september een heleboel in mijn nek en de meesten staan inmiddels op mute, enkel de nuttige idioten (een term die aan Lenin wordt toegeschreven) die oprecht geloven in wat ze zeggen heb ik uit medelijden niet geblokkeerd. Af en toe glipt er echter een trol doorheen.

Kortgezegd: maak ook even een accountje aan, dan hoef ik dit verhaal volgend jaar niet meer te houden. Ik denk trouwens dat @realDonaldTrump wel eens de redding van Twitter zou kunnen worden. De vernietiging van de menselijke beschaving zou best hand in hand kunnen gaan met een nieuw gouden tijdperk van Twitter. Laten we het hopen.

Dan nu ter zake. Mijn 2016 begon natuurlijk in Sint-Petersburg, waar ik kennismaakte met het Russische leven. In Rusland staat de tv altijd aan, thuis, in winkels en in restaurants. Mensen kijken de hele dag dezelfde nieuwsprogramma’s, oubollige series of obscure kookprogramma’s. Een studiegenootje zat in een gastgezin waar de baboesjka des huizes de woning nooit verliet en van ’s ochtends tot ’s avonds voor de tv zat. Een Rus moet iets. Bij mij ging het er wat ‘normaler’ aan toe.

Ook kwam ik erachter dat Russen het prima vinden als je Navalny volgt, zo lang je dat maar in stilte doet.

Om de volgende tweet zal ik ongetwijfeld weer van Russofobie beticht worden (de schreeuwers mogen hierop klikken), maar hier moet ik nog vaak aan terugdenken. Rusland is een erg leuk land en Russen zijn stuk voor stuk interessante mensen, maar feit is dat het erg slecht met het land gaat. Wegen, onderwijs en gezondheidszorg zijn er niet. Straaljagers en voetbalstadions wel.

En voor dit soort momenten doe je het uiteindelijk allemaal.

Nog zo eentje. Rusland is eigenlijk een beetje de omgekeerde American Dream.

Een pluspunt van Rusland is natuurlijk het openbaar vervoer. Het is hopeloos ouderwets en valt regelmatig halverwege de rit uit elkaar, maar het rijdt altijd.

Dan nu een van de belangrijkere vragen des levens waar ik nog steeds geen antwoord op heb. Van die dingen die je alleen opvallen als je ergens niet vandaan komt.

Over het Jeltsin Centrum was de afgelopen maand behoorlijk wat commotie. In het kort: een prominente filmregisseur bekritiseerde het animatiefilmpje van de geschiedenis van Rusland die het Centrum aan al zijn bezoekers laat zien. Dat filmpje begint in de middeleeuwen en eindigt met Jeltsin die als een soort Messias voor de tanks van de Sovjets gaat staan. Heerlijk dramatisch en totaal niet objectief natuurlijk, maar wel heel mooi gemaakt. De regisseur miste in het filmpje het gewone volk en riep iets hysterisch over de nationale veiligheid die door deze beelden in gevaar zou zijn.

Hij kreeg bijval van andere bekende figuren en tegengas van politieke analisten. Zelfs de minister van Cultuur mengde zich erin, die in mijn ogen wel een goede analyse van de animatie gaf “Het lijkt alsof alle generaties en leiders voor hem uit de pas lopen en Jeltsin plotseling wel de juiste tred vindt,” maar voordat er echt een publiek debat kon ontstaan werd hij snel berispt door premier Medvedev. De weduwe van Jeltsin stuurde nog wel een woedende open brief naar de regisseur, waarin ze tot ieders verbazing ook nog even hard uithaalde naar de huidige Russische president. Een heerlijk relletje dus. Begin maart was ik in het Jeltsin Centrum. Grote aanrader, maar daar heb ik al eerder over geschreven.

In Jekaterinenburg werd ik er ook nog eens aan herinnerd dat Nederland voor de gemiddelde Rus toch wel een apart landje is.

Dan dit. Zo’n typisch Russische ergernis. Ik had wel geluk dat ik begin 2016 in Petersburg zat en niet begin 2017. Toen kon je voor een euro 90 roebel krijgen, momenteel nog slechts 63. Waar dat aan ligt? Stijgende olieprijzen en @realDonaldTrump.

En hier moet Rusland echt vanaf.

Iets wat in Rusland geweldig geregeld is zijn de taxi’s. Via apps kun je ze spotgoedkoop bestellen en ze zijn er vrijwel altijd binnen vijf minuten. Het grote voordeel van de Russische apps ten opzichte van de Oekraïense, waar ik later in het jaar mee te maken zou krijgen, is dat je je taxi in Rusland via een GPS-signaal op een kaartje kunt volgen en dus precies weet wanneer hij aankomt en je vrijwel nooit hoeft te zoeken. Is handig bij -15°C. En natuurlijk geef je je chauffeur na afloop een beoordeling. Ik gaf ze normaal gesproken uit luiheid altijd vier sterren, behalve natuurlijk die chauffeur die ons in Jekaterinenburg bijna de dood in jaagde, maar dat is weer een ander verhaal.

Nog zo’n Russische ergernis. Tergend lang moeten wachten op iets onbenulligs. Geduld kweek je in Rusland in ieder geval wel.

Ik heb dit jaar wat minder wielrennen gekeken dan ik eigenlijk zou willen, simpelweg omdat ik er geen tijd voor had, maar in mei kon ik met mijn vader toch nog even de start van de Giro meepikken. Blijft toch de mooiste ronde.

Toen een weekje Kiev in mei. Het werd me direct duidelijk dat Oekraïners niet zoveel van Russen verschillen.

Een van de grootste schatten van Oekraïne is zonder twijfel de chocola van de president. De supermarkten liggen er vol mee en het schijnt momenteel een van de weinige merken te zijn die ondanks de economische blokkade van de Donbass op mysterieuze wijze toch in de supermarkten van Donbass en Lugansk ligt.

Dit was een confronterend momentje in het vliegtuig terug. Werkwoorden van beweging – prijs jezelf gelukkig als je niet weet wat het zijn – doe ik stiekem nog altijd op de gok, net als telwoorden.

In juli heb ik de eerste week van de Tour gevolgd, die helaas weer net zo saai was als die van de vorige edities. Het grote geld en Team Sky hebben het wielrennen weinig goeds gebracht. Waar ik in het verleden vlakke etappes van start tot finish live bekeek kan ik me er nu steeds vaker niet eens meer toe zetten om een samenvatting van de bergritten te kijken. Allemaal de schuld van Engeland. Een lichtpuntje was Thomas Voeckler die zoals elk jaar een keer geheel onterecht de prijs van de strijdlust binnensleepte. Sommige tradities krijg je nu eenmaal niet kapot.

En toen weer terug naar Kiev voor een stage. En dan heb je thuis wat uit te leggen.

Hier even een vrij random tweet, omdat ik me de desbetreffende taxichauffeur nog goed kan herinneren. Hij was verschrikkelijk enthousiast over het feit dat ik Russisch sprak en begon tegen me uit te varen over de Amerikaanse zakenlieden die hij al vijftien jaar rondreed in Kiev, maar die nog steeds geen woord Russisch spraken. Ze hadden hem in de arm gesproken omdat hij als een van de weinigen het Engels beheerste. “Amerikanen…” zei hij met een gezichtsuitdrukking die me deed denken aan zijn Russische collega bij het horen van Medvedev op de radio.

Dit is niet de plaats voor uitgebreide politieke analyses, dus laat ik het bij deze tweet houden. Voor een uitgebreidere mening over de Oekraïense politieke situatie kun je me altijd aanspreken.

Dit was ook een hele operatie. Je kon maar 2000 grivna per keer pinnen en na drie keer 2000 moest je geloof ik naar een andere pinautomaat. Never a dull moment.

Als je een tijdje naar Oekraïne gaat, ga je vanzelf van deze gerechten houden. Je moet wel.

Een reden om Oekraïne te bezoeken, naast het feit dat het een prachtig land is waar heel veel te zien en te doen is: het is goedkoop. En we blijven natuurlijk Hollanders.

Ik leerde in Kiev een groepje Duitsers kennen waar ik veel van mijn vrije tijd mee doorbracht. Ze waren Duitser dan je voor mogelijk zou houden.

Fast forward naar half november. De twee maanden hiervoor tweette ik voornamelijk over het drama dat zich aan de andere kant van de oceaan ontvouwde. Vlak na de verkiezingen was ik voor OxIMUN in Oxford, waar bleek dat nog niet alles verloren was.

Ik doe dit jaar ook een minor bij Chinastudies. Een jammerlijk slechte keuze. Ik heb me maandenlang door de Shang-, Zhou-, Han-, Tang-, Song-, Yuan-, Ming- en Qing-dynastieën heen moeten slaan en me door teksten van Confucius, Mozi en Zhuangzi gevochten. Niet mijn ding. In Rusland heb je tenminste geen filosofen en maar één dynastie die ertoe doet. Aan het eind van het semester kwam de minor eindelijk to the point.

En dan nog dit. Omdat het leven ook gewoon uit random shit bestaat.

En wat betreft wensen voor 2017:

Ontvang blogski's via mail