Recent
Vandaag
21 November 2024

Triatlonblog #6: Heel veel wind en een aso

Mijn derde triatlon kwam op een enigszins ongelegen moment. Ik was net een dag terug uit Oekraïne, waar we een week gewandeld hadden in de bergen (bewijs) en mijn lijf voelde een beetje duf en vermoeid aan. Maar dat is natuurlijk geen reden om niet naar een triatlon te gaan, want ik zou er hoe dan ook ervaring opdoen. Ervaring die hard nodig is, zo blijkt elke keer weer. En dus sprong ik op 11 augustus ’s ochtends met een grote rugzak op de fiets naar Leiderdorp.

Ik had de voorafgaande weken aan mijn fietsen gewerkt. Ik was wat langere rondjes gaan rijden, een paar keer in het gezelschap van Erik en Julie, en ik was door mijn ouders op sleeptouw genomen voor een tocht van 120 kilometer. Een pittige afstand, wanneer je nog nooit verder dan 47 kilometer bent geweest. Ik kwam er die dag ook achter dat mijn fietsschoenen te klein zijn en loop sindsdien met twee blauwe teennagels rond. Daarnaast realiseerde ik me nu definitief dat deze racefiets niet goed is voor mijn lichaam. Het frame is op maat van mijn vader, die een kleine 20 cm groter dan ik is, maar ik dacht dat dat niet uitmaakte wanneer het zadel maar laag genoeg stond. Wrong. Omdat mannen een langer bovenlichaam hebben zijn mannenfietsen ook langer dan vrouwenfietsen. Daardoor zit ik op deze racefiets veel te ver voorovergebogen – ik kan niet eens bij dat deel van het stuur waar de remmen aan vastzitten en waar normale wielrenners hun handen doorgaans plaatsen – en stap ik steevast met flinke nek- en schouderpijn van de fiets. In de winter misschien toch maar een damesmodel kopen, als ze in de aanbieding zijn.


Met mijn vader/wegkapitein.

Terug naar Leiderdorp. Het waaide die dag hard en het was niet al te warm, dus dat waren weer compleet andere omstandigheden dan de eerste twee triatlons die ik gedaan had. Bij de fietscontrole werd ik wederom vermanend toegesproken omdat ik geen doppen in het stuur van mijn fiets had. De controleur van dienst gaf me in plaats van tape nu een paar kurken om erin te stoppen. Ik heb ze er ook na de wedstrijd maar in laten zitten, is dat probleem ook weer opgelost. In het parc fermé kwam ik loopmaatje Dolf tegen die deze triatlon al een keer of twintig gedaan had en me goed kon inlichten over het parcours, en toen was het al snel tijd om het water in te duiken.

Dat was geen pretje. Het water was vrij koud – zodanig zelfs dat wetsuits toegestaan waren – en de minuten voor de start bracht ik rillend en klappertandend in het water door. Toen het startsignaal eindelijk klonk werd ik aan alle kanten voorbij/overgezwommen door mensen in wetsuits. De eerste dertig meter was het daarom vooral zaak om het hoofd letterlijk boven water te houden en niet te verdrinken in die agressieve chaos, en toen begon het echte zwemmen. Druk was het wel. We moesten 750 meter afleggen en pas op de terugweg werd het mogelijk om een beetje vrijuit te zwemmen. Ik merkte bij dit onderdeel al dat ik te moe was om goed te kunnen presteren.


Rechts word ik uit het water getakeld.

Na het zwemmen volgde een wissel die naar mijn idee behoorlijk soepel verliep, maar in de uitslagen zie ik nu dat alleen de laatste acht vrouwen langzamer dan ik waren. Daar is dus nog heel veel werk aan de winkel. Ik sprong (figuurlijk dan, als ik echt zou springen had ik het niet meer na kunnen vertellen) op de fiets en begon aan het fietsparcours, dat voornamelijk bestond uit één lange brede weg die we twee keer op en neer moesten rijden. Op de heenweg hadden we steeds wind mee en op de terugweg wind tegen. Al na een halve minuut wind mee stuitte ik op een probleem. Ik zat al op de zwaarste versnelling die ik met mijn rechterhand kon bereiken en nog steeds peddelde ik zo snel rond dat ik geen kracht kon zetten op de pedalen. Maar, nu komt het, met links had ik nog nooit geschakeld. Nog nooit. Klinkt vreemd, is het ook, maar zo was de situatie nu eenmaal. Ik durfde ook niet in een wedstrijd voor het eerst met links zwaarder te schakelen, want ik dacht dat er een kansje zou zijn dat het niet zou lukken en ik te voet terug moest naar de start. En dus verloor ik minuten op de in totaal 12 kilometer wind mee en werd ik door Jan en alleman ingehaald. Leermomentje.

Na het keren wachtte steeds een hels stuk met windkracht 5 vol tegen, maar ik had er in ieder geval wat energie voor. Na 23 kilometer bereikte ik het parc fermé weer en trok ik mijn hardloopschoenen aan. Toen ik wegrende voelde ik direct dat ik mijn comfortzone binnenliep. Ik voelde me bij alle onderdelen belabberd, maar hardlopen ging op de automatische piloot toch veel makkelijker dan zwemmen of fietsen. Na ongeveer anderhalve kilometer zag ik hoe een man die vlak voor me liep een stel vrijwilligers bij de waterpost helemaal verrot schold omdat ze hem niet op tijd een spons aanreikten. Een lichte verbijstering maakte zich van me meester, zoiets had ik nog nooit meegemaakt. Het mooie was dat alle lopers die hem in de kilometers daarna passeerden dat ofwel hoofdschuddend, ofwel met een paar berispende woorden deden. Ik koos voor optie 1 toen ik hem met nog een kilometer te gaan inhaalde.

Ik finishte met een langzame tijd op een betekenisloze 18e plek, maar de ervaring neem ik toch weer mee naar de volgende triatlons, waar ik in ieder geval uitgerust aan de start zal verschijnen. En eerlijk gezegd was het zelfs dit keer leuk.


Bonusfoto: rechts zie je hoe een geoefend triatleet soepel van zijn fiets springt, links zie je mij krampachtig met uitgeklikte schoenen de laatste meters rijden.

Ontvang blogski's via mail