De klucht die het College van Beroep voor de Examens heet
Stel, je wordt betrapt op drie verschillende soorten plagiaat in je scriptie, waardoor je een 1 krijgt en een nieuwe scriptie moet schrijven. Wat doe je dan? Je vreselijk schamen en jezelf gloeiend van gêne opsluiten in je slaapkamer tot de ergste pijn voorbij is en dan maar deemoedig aan een nieuw onderzoek beginnen?
Helemaal fout.
Je huurt een advocaat in om de examencommissie die jou dit grove onrecht aandeed het vuur na aan de schenen te leggen bij het College van Beroep voor de Examens, omdat je de sanctie volstrekt onevenredig vindt. Je advocaat stelt een enorm beroepschrift op waarin hij alle regelgeving van de ‘Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek’, de ‘Regels en Richtlijnen Tentamens en Examens’ van je opleiding, de ‘Docentenhandleiding begeleiding en beoordeling masterscriptie’ en de studiegids uitpluist op zinnetjes die erop kunnen wijzen dat het schrijven van een nieuwe scriptie na omvangrijk plagiaat een onevenredige sanctie is.
Het College van Beroep, murw geslagen door de lange juridische argumentatie, geeft je gelijk. Je hoeft nu nog maar één hoofdstuk van je bestaande scriptie opnieuw te schrijven en je advocaatkosten worden vergoed. Opgelost.
Klinkt dat ongeloofwaardig? Het is precies wat er in januari van dit jaar gebeurde. En in vrijwel elke zitting van het CBE.
Ook in januari: een masterstudent krijgt een 7,5 voor zijn scriptie. Hij vindt dat dit een 8 had moeten zijn, want dan zou hij een cum laude krijgen. De student neemt een advocaat in de arm en vecht zijn 7,5 aan – met succes. Hij krijgt een nieuwe beoordeling en zijn advocaatkosten worden vergoed.
Nog eentje dan, om het af te leren. Iets meer dan een jaar geleden werd het beroep behandeld van een jongen die tijdens een tentamen betrapt was op het dragen van in-ear headphones die hij bediende. Hij had zijn telefoon ook bij zich. Volgens de examencommissie die zijn tentamen ongeldig verklaarde – en de rest van de wereld – staat de aanwezigheid van elektronische apparatuur tijdens een tentamen gelijk aan fraude.
De jongen werd in deze zeer hoogstaande zaak echter volledig vrijgesproken op basis van – hou je vast – het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens. Zijn onschuldpresumptie was immers geschonden. Hij mocht het tentamen opnieuw maken.
Deze en vele andere pareltjes zijn allemaal terug te vinden op de website van de universiteit. Bij het lezen van al dit theater weet je nooit helemaal zeker of je nou moet lachen of huilen.
Een groot deel van de lol van het doornemen van de uitspraken zit hem in het idee dat studenten met de meest onnozele beroepszaken komen (van het niveau ‘ik moet een extra herkansing krijgen want het tentamen was te moeilijk’) en dat een groep van vijf academici dan een vele pagina’s tellende juridische onderbouwing moet neerpennen om hun oordeel te onderbouwen.
Het tragische zit hem erin dat we te maken hebben met een glijdende schaal. Steeds meer studenten zullen met een advocaat komen opdagen, waar het College altijd een beetje door geïntimideerd raakt, en krijgen wat ze willen. Examencommissies hebben immers geen advocaten. Hun zaken kunnen vervolgens weer als jurisprudentie worden aangehaald door andere studenten.
Het aantal studenten dat de weg naar het College wist te vinden verdubbelde tussen 2010 en 2015, en zal inmiddels nog grotere hoeveelheden hebben aangenomen. Sindsdien zijn de jaarverslagen stilletjes van de website verdwenen.
We gaan langzaam maar zeker de kant op dat diploma’s worden uitgereikt aan de studenten die het minst intelligent zijn en het hardst zeuren. Dit wordt nog versterkt door het feit dat studenten in hoger beroep mogen gaan na een uitspraak van het CBE, terwijl examencommissies die mogelijkheid niet hebben. Alles om die arme kinderen tegen de boze buitenwereld te beschermen.
Helaas zijn er van de vele honderden uitspraken maar enkele tientallen online gezet, waarbij de smeuïgste zaken toevallig vaak missen. Daarom wil ik het CBE vragen om die honderden missende zaken ook eens te uploaden. Dan valt er tenminste nog wat te lachen. Huilen doen we toch wel.
Deze column verscheen eerder in Mare.